Quarantaine

Quarantaine
Veertigdagentijd 2020: Quarantaine
De term quarantaine is afgeleid van het Italiaanse woord voor veertig: ‘quaranta’ en vindt zijn oorsprong in de veertiende eeuw toen tijdens de pestepidemie de schepen veertig dagen (quaranta giorni) voor de haven van Venetië moesten wachten.
Deze periode van quarantaine om het COVID-19 virus in te dammen valt samen met de Veertigdagentijd; de veertig dagen tussen Carnaval en Pasen van vasten en bezinnen. Veertig staat symbool voor een overgang van een periode waaruit men losgebroken is op weg naar een nieuwe fase. Een periode van stilstaan, bezinning, richting kiezen. Maar deze periode van stilstaan gaat niet zomaar. Deze veertigdagentijd blijkt een oefening in goed en solidair samenleven.
Een moeilijke tijd. Er werd gehamsterd in de winkels. We mogen maar beperkt bij elkaar op bezoek. We mijden verpleeg- en ziekenhuizen, behalve als we er echt moeten zijn. Horeca gelegenheden zijn gesloten. Het is stil in de trein en op de snelweg.
Ook in de kerk moeten we onszelf opnieuw uitvinden. We hebben een digitale nieuwsbrief in het leven geroepen. Via de website kunt u zich erop abonneren. We vieren onze kerkdiensten in een lege kerk, met u en jullie verbonden via een beeld- of geluidsverbinding.
Nu is het bijna Pasen. Mogen we dan weer samenkomen? Of zullen we een spoor van licht uitzetten door de wijk heen – ontstoken aan het licht van onze paaskaars? Vieren we ook het feest van de opstanding en het einde van de quarantaine (!)  in een lege kerk? We kunnen er nu nog geen zinnig woord over zeggen. Maar na 5 april begint de Stille week al.
We proberen u zo goed mogelijk op de hoogte te houden. Via de nieuwsbrief per e-mail en via de website en sociale media. En weet u iets niet? Bel gerust!
In de rubriek van Zondag tot zondag doen we alsof alles gewoon verder gaat vanaf 5 april. Maar de kans is groot dat het anders zal lopen.
We leven met elkaar mee.
We troosten elkaar met woorden van eeuwigheid:

Alles wat over ons geschreven is
gaat Gij volbrengen in de veertig dagen;
de tien geboden en de veertig slagen,
dit hele leven dat geen leven is.

Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan,
aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven.
Ons is een lofzang in de mond gegeven,
sinds Gij de weg van 't offer zijt gegaan.

(Lied 536: 1 en 4 – tekst Willem Barnard)
terug