Ik zie, ik zie wat jij niet ziet

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet

Ik zie, ik zie wat jij niet ziet

Een leuk spelletje: ‘Ik zie ik zie, wat jij niet ziet, en de kleur is…. Een mooi tijdverdrijf in de wachtkamer, of tijdens een lange autorit..
Het vraagt meer dan alleen maar goed kijken zo’n spelletje. Je moet je verplaatsen in de ander en proberen door haar/zijn ogen te kijken. Zo is het ook met van die mooie tekeningen met en dubbele bodem. Wat zie jij? Een oude vrouw of een jonge dame? Ziet je buurman hetzelfde? De kunst is om vanuit het juiste perspectief te leren kijken.
In de verhalen die we deze periode in kerk lezen gaat het steeds om kijken, om doorzien, om het perspectief waarmee je naar de wereld kijkt. In het bijzonder in het verhaal in I Samuël 16.

De oude Samuël, de Ziener van Israël houdt in zijn eentje het licht van God brandende in de moeilijke tijd na de Richteren en vóór de eerste Koningen. De tijd waarin de zonen van Eli er een corrupte bende van maakten in Israël en de Filistijnen een continue bedreiging vormden.
Samuël de Ziener leert op zijn oude dag opnieuw kijken. Hij krijgt een lesje van God. Het verhaal staat bekend als de zalving van David. David wordt uiteindelijk gekozen uit de zonen van Isaï om tot nieuwe koning over Israël te worden gezalfd. Eigenlijk gaat het verhaal meer over God en Samuël, dan over David. En het gaat vooral over het werkwoord zien.
Dat woord speelt een belangrijke rol in het verhaal. “Ik heb voor mij een koning gezien” (I Sam 16:1) zegt God tegen Samuël. En de spannende vraag in het verhaal dat volgt is: Ziet Samuël – de Ziener – hetzelfde?
Samuël wordt naast priester en profeet ook wel ziener genoemd ( I Sam. 9:9). Het Hebreeuws voor ziener (ro’eh) is afkomstig van het werkwoord ra’ah dat inderdaad zien betekent. Bewust zien, dóórzien, beoordelen – het heeft met inzicht te maken. Toch wordt op vrijwel alle andere plekken in het Oude Testament een ander Hebreeuws woord voor Ziener gebruikt: chozeh. Een ‘Chozeh’  is iemand die visioenen kan duiden, of de toekomst voorspelt uit offerdieren. Met opzet wordt Samuel hier ro’eh genoemd. Zodat wij onze oren spitsen. Zodat we met Samuël mee gaan kijken. Ziet Samuël het wel goed?
Nee, Samuël ziet het niet goed. Dat wordt meteen duidelijk. Samuël laat zich afleiden door uiterlijk vertoon. Zodra de oudste zoon van Isaï zich aan Samuël voorstelt is Samuël overtuigd dat dit de nieuwe koning is. Lang en knap, een indrukwekkende persoonlijkheid. Het lijkt Saul wel, denk je als lezer en dat is ook de bedoeling, want God heeft Eliab, níet gekozen. Hij lijkt te veel op Saul. Het moet juist anders met de nieuwe koning van Israël.

De mensen kijkt met de ogen, God kijkt met het hart, zeggen we dan. Dat is wat Samuël hier leert.
Hij leert opnieuw kijken, met zijn hart in plaats van met zijn ogen. Zo schrijven de meeste vertalingen ook: God kijkt naar het hart (I Sam. 16: 7). Hij kijkt niet naar uiterlijk vertoon, hij kijkt naar het hart, naar de inborst van de koningskandidaten. Je kunt ook vertalen dat God met het hart kijkt. Dan gaat het dus om de inborst van God. Hoe kijkt God naar deze wereld. En wat ziet hij dan?
Is het niet juist dat wat Samuël hier leert. Met zijn hart kijken. Een ziener, moet zich niet door zijn eigen ogen op een dwaalspoor laten brengen, nee een ziener moet met zijn/haar hart kijken.
En als je met je hart kijkt, dan zie je de mogelijkheden, in plaats van de onmogelijkheden. Dan kijk je voorbij het oppervlakkige, het in het oog springende. Dan durf je verder te kijken, te vragen, te denken.
Dat is een eigenschap die we ook in onze tijd goed kunnen gebruiken. Door het uiterlijk vertoon heen kijken, en op zoek gaan naar de diepere levenshouding.
Ik zie, ik zie wat jij niet ziet – een kinderspelletje met een hemelse betekenis.
(recente preken over I en II Samuel zijn na te lezen op www.ctkerk.nl/preken)
terug